De smaken, de geluiden en de geuren van Sri Lanka zijn een waarlijk bevredigende ervaring en de unieke mix van lokale specerijen en kokosmelk die in de traditionele keuken wordt gebruikt, onderscheidt de Sri Lankaanse keuken van andere traditionele Aziatische keukens.
Beïnvloed door de lokale kruiden, regionale keuken, kolonisten en buitenlandse handelaren, heeft de Sri Lankaanse keuken zich door de tijden heen ontwikkeld om een onderscheidende smaak te bieden. Voor de meeste Sri Lankanen is het bereiden en nuttigen van lokale gerechten een kunst – meer een manier om hun spiritualiteit, sensualiteit, toewijding aan familie en vrienden uit te drukken en hun zintuigen te bevredigen.
Rijst is het hoofdvoedsel van de lokale bevolking en wordt dagelijks, en meestal, bij alle drie de maaltijden geconsumeerd; zowel de rode als de witte variant zijn populair. Voor speciale gelegenheden, vooral religieuze, wordt rijst gekookt in dikke kokosmelk om er een romige rijstpudding van te maken, “kiri-bath” genaamd, met een verzachtende verrukkelijke smaak. Kiri-bath kan worden gegeten met ‘lunu-miris’, een chilisaus, of met ‘Pani-pol’, een kleverig snoepje van kokos en stroop.
Sri Lankanen houden van pittigheid en kruidige curry wordt over het algemeen gegeten met het hoofdgerecht rijst of met andere bodems zoals “Hoppers”, “Roti”, “Pittu” en “String Hoppers”. Vlees, vis, groenten en zelfs eieren worden bereid met lokale specerijen en kokosroom. Uien, groene pepers, zwarte peper, kardemom, kruidnagel, kaneel, saffraan, knoflook, gember, kerriebladeren, kruiden en nootmuskaat zorgen voor de verschillende smaken en aroma’s. Een complete rijst- en currymaaltijd, bestaande uit een vlees- of viscurry, twee of drie verschillende groentecurry’s, dhal-curry en een ‘mallum’ van fijngehakte bladeren en kokosnoot, is de meest overheerlijke gang.
Zoals de meeste landen heeft ook Sri Lanka een scala aan lokale gerechten. Pol Sambol, een eenvoudige combinatie van geraspte kokosnoot, uien, rode peper, groene chilipeper, zout, Maledive vis en limoen, is het meest veelzijdige en bevredigende voorgerecht. Voor de meeste Sri Lankanen is Pol Sambol een hoofdgerecht; Pol Sambol met lokaal boerenbrood en dhal maakt de meest fantastische maaltijd. Vis ‘ambul thiyal’ of zure viscurry is de lokale methode om tonijn te conserveren en te consumeren. Gekookt in een mengsel van ‘goraka’, een lokaal zuur- en verdikkingsmiddel, zwarte peper en andere specerijen, smelt de vis gewoon in je mond. De “Polos”-curry of “Ambula” is ook een unieke plaatselijke specialiteit. Polos, of jonge jak, wordt gekookt in een combinatie van lokale specerijen en kokosroom, wat resulteert in een weelderige, zuur pikante curry.
Rijstvervangers zijn ook populair onder de lokale bevolking. De meeste zijn gemaakt van rijstmeel en kunnen worden gegeten met de traditionele Sri Lanakan curry’s. “Hoppers’, een variant op pannenkoeken, wordt gemaakt van een beslag van rijstmeel dat is gefermenteerd in palmtoddy. Gebakken in een ronde gietijzeren pan, heeft deze holle pannenkoek de meest verbazingwekkende toddy smaak in het midden en een goudbruine knapperige rand. Hete hoppers zijn de meest bevredigende maaltijd en gaan goed samen met zowel pittige (probeer lunu-miris), als zoete bijgerechten. String hoppers”, de plaatselijke versie van vermicelli, wordt gemaakt van rijstmeel en is de gemakkelijkste vervanger van rijst. Een deeg van rijstmeel en water dat door een vorm van touwtjes wordt gegoten, wordt gestoomd op kleine rieten matjes om deze lichte kantige maaltijd te maken die goed samengaat met dhal curry, een plaatselijke vleescurry en de altijd veelzijdige Pol Sambol.
De Zuid-Indiase invloed in de Sri Lankaanse keuken is te zien in de vorm van Pittu en Thosai. Pittu wordt gemaakt door een mengsel van geraspte kokos en rijstmeel te stomen in een bamboe vorm. De gestoomde, zachte, kruimelige Pittus heeft het meest verleidelijke aroma en wordt het best gegeten met verse kokosmelk, lunu-miri’s en lokale vleescurry. Thosai, dat op een tortilla lijkt, wordt gemaakt van een deeg van gefermenteerde linzen, op smaak gebracht met lokale specerijen, dat vervolgens op een hete bakplaat wordt gebakken. Thosai wordt meestal gegeten met een gemengde groentencurry, vergezeld van een sambal van groene chili en kokosnoot.
De Sri Lankaanse keuken gaat over het algemeen vergezeld van lokale dranken. Een heet kopje gewone thee (thee zonder melk), soms gebrouwen met gemberwortel, is de ideale drank om een typisch gekruide lokale maaltijd door te spoelen. De twee plaatselijke roesmiddelen zijn “Toddy” en “Arrack”. Toddy is een versie van Palm Wine en wordt gemaakt van het sap van de inheemse palmboom. Deze drank is erg populair in de dorpen en toegewijde tappers wagen zich aan een hachelijke touwloop tussen de bomen om het sap te verzamelen. Toddy wordt gedistilleerd om er arak van te maken. Arrack wordt onder vele verschillende merknamen geproduceerd en wordt traditioneel puur of met water gedronken.